Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 6 minuten

Het laten volgroeien van een veulen in een draagmerrie, oftewel embryotransplantatie, is een uitkomst voor eigenaren van merries met fysieke problemen of van merries die het goed doen in de sport. Ook bij genetisch interessante jonge merries wordt deze techniek steeds vaker toegepast. Maar wat houdt embryotransplantatie nou precies in, wat komt er allemaal bij kijken en hoe gaat het in z’n werk?

Wat is embryotransplantatie?

Bij embryotransplantatie (ET) wordt een embryo van de ene merrie (de biologische moeder, de donor) overgezet in een andere merrie (de draagmoeder oftewel ontvangstermerrie). Deze techniek wordt de laatste jaren steeds vaker toegepast bij paarden. Op veulenveilingen wordt regelmatig een veulen gepresenteerd dat niet in zijn biologische moeder is ontwikkeld. Ook worden er op veilingen draagmoeders aangeboden die drachtig zijn van een getransplanteerd, genetisch interessant embryo.

Embryo gezien door een microsoop
Afb. 1: Embryo gezien door een microscoop

Voordelen van ET

Het grote voordeel van ET is dat de merrie niet zelf het veulen hoeft te dragen. Dit kan een uitkomst zijn bij merrie’s die in de sport lopen, oudere merrie’s met een slechte kwaliteit van de baarmoeder of bij merries met problemen zoals een buikhernia. Maar ook bij genetisch waardevolle jonge merries van twee jaar kan ET worden toegepast. Tweejarige merries kunnen vaak al wel voor nageslacht zorgen, maar zijn fysiek eigenlijk nog te jong om een veulen te voldragen. Door middel van ET wordt zo het generatie-interval verkort.
Merries die erg laat in het seizoen geveulend hebben, kunnen het jaar erop toch een veulen krijgen door middel van ET. De draagmerrie krijgt het veulen dan ook pas laat. De donormerrie kan echter in dat seizoen wel vroeg worden gedekt. Op deze manier wordt er niet een jaar ‘gemist‘. De bewezen fokmerries vormen in Nederland de grootste groep waarbij ET wordt toegepast. Van merries die goedgekeurde hengsten of zeer goede sportpaarden hebben voortgebracht of van merries die zelf internationaal hebben gepresteerd wil de fokker graag meerdere nakomelingen per jaar hebben.

Nadelen van ET

Er zijn ook enkele nadelen op te noemen met betrekking tot embryotransplantatie.

  • De merries moeten wat intensiever begeleid worden en het spoelen en transplanteren is een specialistische handeling; hierdoor worden er uiteraard ook meer kosten gemaakt. De kosten zijn enigszins te beperken door zelf te voorzien in een draagmerrie, zodat deze niet gehuurd hoeft te worden.
  • Er zijn meer handelingen nodig en hordes te nemen dan bij het normaal drachtig maken van een merrie. Hierdoor liggen de kansen op uiteindelijke dracht van de draagmerrie wat lager dan bij het direct drachtig maken van een merrie.

Veterinaire begeleiding

Bij de veterinaire begeleiding van een merrie die voor ET wordt gebruikt, is het eerste deel van het proces vergelijkbaar met dat van een fokmerrie die zelf het veulen blijft dragen. Het enige verschil is dat de eisprong nauwkeurig moet worden bepaald. Dat betekent dat de merrie elke dag (in plaats van om de dag) gecontroleerd moet worden om te kijken of de eisprong plaatsgevonden heeft. De donormerrie wordt gedekt en de bevruchting vindt dus plaats in de donormerrie. Na een week ontstaat het begeleidingsverschil in vergelijking tot een ‘gewone’ fokmerrie, omdat op de 7e of 8e dag na de eisprong het embryo uit de donormerrie wordt gespoeld. Als je te vroeg spoelt is het embryo te klein en dus moeilijk te vinden. Als je te laat spoelt, is het embryo te groot. Het is dan gevoeliger en heeft dus meer kans om te beschadigen.

‘Spoelen’ van de merrie

Wanneer de dierenarts het embryo uit de merrie gaat spoelen, wordt er via een catheter 4 liter spoelvloeistof in de baarmoeder gebracht. Deze 4 liter wordt per liter in de merrie gebracht en per liter weer afgeheveld. De afgehevelde spoelvloeistof loopt door een filter heen. In het filter zit een zeefje waarin het embryo opgevangen wordt. Als het spoelen van de baarmoeder klaar is, wordt onder een speciale microscoop bekeken of er een embryo in het filterbakje zit.

Als er een embryo wordt gevonden, dan zijn er twee mogelijkheden.

  1. Het embryo kan opgestuurd worden naar een embryotransplantatiecentrum.
    Op een dergelijk station zijn grote groepen draagmerries aanwezig, in verschillende stadia van de cyclus. Zo is er altijd een draagmerrie aanwezig die het embryo kan ontvangen. Deze draagmerrie moet dan gehuurd worden van het station en zal bij de merrie-eigenaar thuis op stal komen tot het spenen van het ET-veulen. Een embryo dat binnen 24 uur op de plaats van bestemming is, heeft net zoveel kans om aan te slaan in de draagmoeder als een embryo dat direct wordt overgezet. Het embryo dat op transport gaat, wordt op een speciale manier gewassen en bewaard. Vervolgens wordt het buisje met het embryo in een speciale transportdoos gedaan waarbinnen de temperatuur heel geleidelijk zakt richting 4°C. Op deze manier kan het embryo een dag goed blijven buiten de merrie. Als de merrie ’s ochtends vroeg wordt gespoeld, kan het embryo dezelfde dag nog worden overgezet in een draagmoeder op het embryotransplantatiecentrum.
  2. Het embryo kan ook worden overgezet in een eigen draagmoeder.
    In de ideale situatie zijn er per donormerrie minstens twee draagmoeders beschikbaar om de kans van slagen zo hoog mogelijk te maken. Op de dag van spoelen kun je dan de meest geschikte merrie uitkiezen. Bovendien heb je een reserve-merrie voor het geval dat er twee embryo’s gespoeld worden.

De draagmoeder

Draagmoeders moeten worden gesynchroniseerd met de donormerrie. Dit houdt in dat de cyclus van de draagmoeder gelijk moet komen te lopen met die van de donormerrie omdat het embryo zich anders niet kan innestelen in de baarmoeder van de draagmerrie. De draagmoeder mag één tot twee dagen achterop lopen ten opzichte van de donormerrie of maximaal een dag vooruit. Ook voor de draagmoeder is het dus van belang dat de dag van eisprong exact bekend is. Het synchroon laten lopen van de merries kan worden gestuurd door ze hengstig te spuiten.

Overplaatsen van het embryo

Voor het overzetten van het embryo in de draagmoeder wordt de vulva van de merrie grondig gereinigd en gedesinfecteerd. Nadat het embryo goed gewassen is, wordt het opgezogen in een rietje. Dit rietje wordt in een speciaal soort transferpipet gedaan. Deze pipet wordt door de dichte baarmoedermond geschoven. Vervolgens wordt het rietje leeg gedrukt, waarbij het embryo in de baarmoeder wordt achtergelaten. De lege transferpipet wordt er vervolgens rustig weer uitgehaald. Het uiteinde van de pipet wordt in het lab nog nagespoeld om er zeker van te zijn dat het embryo niet in de pipet is achtergebleven.

Het embryo wordt gewassen
Afb. 6: Het embryo wordt gewassen

Resultaat

Of de transplantatie geslaagd is, wordt pas na 4-5 dagen duidelijk. Dan is het embryo 12-13 dagen oud en is het zichtbaar op een echo. In ongeveer de helft van de spoelingen wordt er een embryo gevonden. Van de embryo’s die overgezet worden, slaat ongeveer 75 % aan. En net zoals bij een normale dracht, kun je een embryo in de eerste 6 weken verliezen aan vroeg embryonale sterfte. Al met al levert gemiddeld 1 op de 4 spoelingen een levend geboren veulen op.

 

Auteur: Iris van Gulik | Foto’s: Iris van Gulik, Dierenkliniek Hellendoorn-Nijverdal

Gerelateerde rubrieken