Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 4 minuten

Dampigheid is een chronische aandoening van de diepere luchtwegen, de longblaasjes of bronchiolen, van een paard die helaas onherstelbaar is. Een paard dat eenmaal dampig is, zal er dus de rest van zijn leven last van hebben. Dampigheid is te vergelijken met COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) bij mensen.

Anatomie: De longen van het paard

Longblaasjes en de allerkleinste vertakkingen van de luchtwegen (bronchiolen) hebben bij gezonde longen als kenmerk dat ze elastisch zijn. Bij de opname van zuurstof, dus bij de inademing, rekken ze uit. Door het automatisch terugveren van deze onderdelen zal luchtuitdrijving plaatsvinden. Deze uitademing vergt erg weinig inspanning van de ademhalingsspieren van het gezonde paard; de longen lopen door hun elastische aard voor een deel ‘vanzelf’ of passief leeg.

Hoe ontstaan geïrriteerde luchtwegen?

Dampigheid ontstaat meestal doordat de bronchiën geïrriteerd raken. Deze irritatie kan het gevolg zijn van een verwaarloosde verkoudheid, maar ook het veelvuldig inademen van stoffige of scherpe ammoniakhoudende lucht kan nadelige gevolgen hebben voor de luchtwegen.

Wanneer de luchtwegen geïrriteerd zijn:

  • raken ze ontstoken
  • zwellen ze op en wordt er extra slijm geproduceerd
  • de allerkleinste luchtwegen worden normaliter opengehouden door een spierlaag in de wand. Bij een ontsteking van de wand verkrampt deze spier als het ware en wordt de ademhaling bemoeilijkt.

Chronische ontsteking van de luchtwegen

Zoals bij alle ontstekingen kan ook een ontsteking van de luchtwegen een chronisch karakter krijgen. Deze ontsteking kenmerkt zich door de aanmaak van een soort van littekenweefsel in de longen. Dit littekenweefsel is veel stugger dan normaal longweefsel en vermindert dan ook de elasticiteit van de longen. Omdat het moeilijker is uit te ademen dan in te ademen door kleinere of deels verstopte luchtwegen kan er zogenaamde ‘ventielwerking’ optreden; er wordt gedurende de ademcyclus onvolledig uitgeademd waardoor de longblaasjes overvuld raken met lucht. Uiteindelijk zorgt dit voor het knappen van de longblaasjes met emfyseem als gevolg. Als de longen dermate zijn aangetast dat er actieve uitademing nodig is, valt dit aan de buitenkant op doordat de buikspieren worden aangespannen om uit te ademen.

In veel gevallen is er bij chronisch geïrriteerde luchtwegen sprake van een zogenaamd mengbeeld; een deel van de problemen wordt veroorzaakt door de onomkeerbare schade ten gevolge van de verbindweefseling terwijl een ander deel te wijten is aan een voortdurende actieve ontsteking van de luchtwegen met als gevolg slijmvorming, zwelling en constrictie van de spiertjes die de luchtwegen open dienen te houden.

Hoe weet ik of mijn paard dampig is?

Wanneer een dampig paard uitademt, zal hij zijn buikspieren aanspannen om het laatste beetje lucht uit de longen te persen. Dit is te herkennen aan de onderkant van de romp bij zijn buik waar op termijn de zogenaamde dampigheidsgroeve zichtbaar wordt. Een dampig paard zal in de loop van het ziekteproces de uitademing in twee momenten verdelen; eerst de normale uitademing (passief) en dan het aanspannen van de buikspieren (actief). Dit wordt een dubbelslag genoemd.

Symptomen van dampigheid

Een dampig paard kan verschillende symptomen vertonen:

 

  • een snellere ademhaling
  • hoesten (chronisch)
  • een slome algemene indruk
  • dampigheidsgroeve
  • dubbelslag
  • verminderde prestaties
  • wijde neusgaten bij het ademen
  • bewegen van de anus bij het ademen
  • neusuitvloeiing

Diagnose

Een dierenarts kan de diagnose dampigheid stellen op basis van lichamelijk onderzoek, al dan niet uitgebreid met aanvullend onderzoek om de ernst, het type en de mate van actieve irritatie/ontsteking vast te stellen. Als aanvullende onderzoeken kunnen een bronchoscopie, een longdrukmeting en een longspoeling (BAL: Broncho-Alveolaire-Lavage) worden gedaan.

Behandeling van dampigheid

Helaas is de bindweefselvorming die aan dampigheid ten grondslag ligt onomkeerbaar en dus niet te genezen. Het enige wat men voor het paard kan doen is enige verlichting brengen. Een dampig paard is op een gegeven moment niet meer in staat tot het leveren van grote lichamelijke inspanning en de training zal daar dan ook op moeten worden aangepast.

Enige verlichting kan bijv. gegeven worden door:

 

  • behandeling van de actieve irritatie/ontsteking van de longen
  • stofarme bodembedekking in de stal (grof zaagsel of vlas)
  • veel frisse lucht; veel weidegang of een buitenstal
  • Strobalen

    Strobalen

    een stofarme omgeving; zorg altijd dat het paard uit zijn stal is wanneer nieuw strooisel in de box gedaan wordt

  • een schone stal; dit beperkt het vrijkomen van ammoniakdampen die de luchtwegen kunnen irriteren
  • ruwvoer behandelen d.m.v. stomen
  • nat hooi; hooi kan eventueel eerst gedompeld worden in water om het ergste stof eruit te halen. Dompel het minimaal een uur onder; ook de binnenkant van de hooipluk wordt zo bevochtigd. Voordroogkuil bevat al minder stof en is een goed alternatief. Wanneer de luchtwegen erg geïrriteerd reageren, kan er zelfs voor gekozen worden om de brok ook in de vorm van slobber te geven.
  • aangepaste trainingsarbeid; geen zware training geven

Dampigheid voorkomen

Om dampigheid te voorkomen is het zeker de moeite waard om tijdens de dagelijkse verzorging alert te zijn op mogelijke irritatiepunten voor de luchtwegen van het paard.

Paard met zweetdeken

Naast de hierboven genoemde punten van een stofvrije en schone stal en veel frisse lucht, moet een bezweet paard nooit op de tocht gezet worden. Na een goede cooling-down na de training kan het paard het beste met een zweetdeken op stal gezet worden. Na ongeveer twee uur is het paardenlichaam droog en heeft de deken al het vocht opgenomen. Dat is het moment dat de deken verwisseld moet worden met een droge deken. Het oplaten van de natte zweetdeken kan weer tot gevolg hebben dat het paardenlichaam nat wordt van de deken en te veel afkoelt.

Raadpleeg bij twijfel over de gezondheid van de luchtwegen van je paard altijd een dierenarts.

 

Auteur: Mark van Manen | Tekst in samenwerking met Martsje Bergsma

Gerelateerde rubrieken